Van Aert helpt Cavendish

Tijdens Side to Side zullen mijn verplaatsingen op armkracht gebeuren, maar doorheen het jaar valt het al wel eens voor dat ik een trein, tram of bus wil nemen.  Zo ook vandaag na mijn training van Mechelen naar Antwerpen.  Dit traject in omgekeerde richting met de rolstoel afleggen zou net iets te veel van het goede geweest zijn.

Wanneer een valide persoon deze trip per trein wil afleggen heeft die in Antwerpen de keuze uit meerdere verbindingen per uur.   Voor personen met een beperkte mobiliteit is dit niet zo evident.  Mijn training naar Antwerpen verliep vlot en ik kwam aan omstreeks 12u40.  Gelukkig maar, want ik reserveerde assistentie om me op de trein van 13u49 te helpen.  Als ik onderweg naar de koekenstad een probleempje zou hebben gehad en zo later in Antwerpen-Centraal zou toekomen zijn, kon het wel eens zijn dat er geen assistent beschikbaar was.

Om op tijd te komen moest ik onderweg aan 2 wielerhelden denken.  In de poging om mijn doel te bereiken kwam een interview met Wout Van Aert in mij naar boven.  Hij vertelde een journalist dat hij op het parcours tussenpunten inprent die hij telkens gebruikt als ingebeelde finishlijn.  Dit helpt hem om stap per stap zijn einddoel te bereiken.  Ook Mark Cavendish drong even mijn gedachten binnen.  In de bergetappes van de Ronde van Frankrijk moest hij telkens een strijd voeren om de tijdslimiet niet te overschrijden.  Zo sloeg de Wout Van Aert in mij erin om de Mark Cavendish uit mijn dagdroom een duwtje in de rug te geven.

Even terug naar het openbaar vervoer.

Ik herinner me nog dat tijdens deze coronapandemie de discussie ontstond om treinreizigers op drukke verbindingen hun rit te laten reserveren.  Dit voorstel werd van tafel geveegd onder het mom dat dit de vrijheid van de reiziger te sterk zou beknotten.  Wel, dit is nu net wat ik als rolstoelgebruiker al jaren moet doen.  Minstens 24 uur op voorhand reserveren – 3 uur tussen grote stations – dat is wat een minder mobiele reiziger te doen staat.

Bij bus- en tramreizen is dit niet zo, maar ook daar is niet alles rozengeur en maneschijn voor personen met een beperking.  Zo zijn nog lang niet alle haltes aangepast of zijn de voertuigen niet toegankelijk.  Ook niet alle rolstoelen en scooters worden toegelaten op de voertuigen en aanduidingen voor slechtzienden en blinden ontbreken maar al te vaak.

We kunnen ons dus de vraag stellen of het openbaar vervoer wel zo openbaar is als de naam doet vermoeden.

Wat ik niet in deze blog vermeldde:

  • In een lunchbar in Antwerpen-Centraal kreeg ik een verse fruitsap voor de prijs van een water.  Alweer een voordeel als rolstoelgebruiker?
  • De assistentiepaal waar je een medewerker van de ‘ijzeren weg’ oproept was defect in Antwerpen-Centraal.  Een vriendelijke jobstudent nam de taak van de telefoonpaal over.
  • De assistent in Mechelen was zijn sleutel van een toegangspoortje vergeten waardoor ik op het perron diende te wachten alvorens mijn trip huiswaarts te kunnen verderzetten.  De daaropvolgende afspraak bij mijn kinesist haalde ik nipt.